Zolang dus al en nog veel langer. Toen fysiek wel minder slecht. Goed is ook dat nooit geweest! 21 was ik! ACTUELER DAN OOIT. Zo graag zou ik er heel stilletjes tussen uitknijpen zonder wie dan ook om hulp te vragen.
Leiden 1968
Ik ben
een schreeuw
door
de tunnel
Kolk
Er is iets wat me grijpt Ik wankel en word meegesleurd Tot op de bodem word ik gezogen Maar als er geen bodem is Blijf ik eindeloos zinken of is het stijgen De aarde is rond Er is geen begin Er is geen eind Het is een maalstroom Er bestaat geen slot
februari 1968
Het isolement
ik ben onzichtbaar ik schreeuw opdat men mij zal horen
verschrikt kijkt men op en ik geneer mij, omdat ik niet onzichtbaar ben
men heeft mij gehoord maar ben ik ook begrepen
ik geloof toch niet dat men mij werkelijk zien kan
februari 1968
De muur en het gat
Ik wil niet dus schop ik schop ik
maar er is niets om tegen te trappen
Dus val ik val ik val ik
Waar zal ik terechtkomen
februari 1968
Ik ben een korrel zand op de grote vlakte Ik ben een druppel water in de onmetelijke zee
Ik ben Ja, wat ben ik zou ik er eigenlijk wel zijn
Wie kan mij dat vertellen
februari 1968
Onrust
ik voel mij als een vluchteling nergens ben ik thuis dan ben ik hier dan ben ik daar altijd moet ik weg
februari 1968
Warmte
Armen beschermen mij handen strelen mij het is stil van binnen
mei 1968
Moeheid of verdriet
Onuitsprekelijk moe zit ik in een stoel Ik zou iets moeten doen Maar ik kan niet meer mijn hoofd valt opzij Tranen stromen en stromen langs mijn wangen waarom weet ik zelf niet maar ophouden gaat niet meer
maart 1968
Leegte
In de kamer zitten mensen Buiten schijnt de zon Binnen is het grauw
Gedachten, angst niet uit te drukken. Het maalt, het daast Ik schreeuw om hulp maar niemand kan mij helpen
maart 1968
Aandacht
Ik praat en lach Hij kijkt Zie je wel het lukt
Ik ben bang en huil Hij slaat zijn armen om me heen Ik heb mijn zin gekregen.
Hij wil met me praten Ik zwijg en hij gaat weg Ik blijf toch weer alleen
1968
Terwijl ik luister naar de muziek ben ik eerst gespannen en bang dan plotseling word ik warm van binnen er komen tranen in mijn ogen Ik voel mij groot en machtig en vol liefde Ik zou mee kunnen galmen met de muziek Maar opeens ben ik mij bewust dat er niemand is die ik duidelijk kan maken wat ik voel en alles is weer als tevoren
maart 1968
Het vertrek
Ik heb het besluit genomen Ik neem afscheid van ieder die me lief is Ik heb een beetje schuldig en weemoedig gevoel Maar eindelijk kan ik adem halen
maart 1968
Het Einde
Ik doe de deur achter me dicht En loop de duisternis in Alles is voor niets geweest
19 juli nu stilletjes de duisternis in lopen en oplossen, maar zelfs lopen kan ik niet meer.